Monday, January 23, 2012

Tumbas Reales, Mancora (Peru) & Quito (Ecuador)

Op zondag 12 juni vertrekken we in de avond vanuit Huaraz richting het noorden van Peru. Na onze avonturen op high-altitude in de Andes zijn we wel weer toe aan de zee, maar niet voordat we het mooiste museum van Zuid-Amerika hebben gezien. Via Trujillo brengt Rocky, onze buschauffeur, ons naar Chiclayo waar we de volgende dag al snel een goed hotel vinden. De kamer is klein en zonder daglicht, maar met tv, wat ons twee nachten in een saai stadje goed uitkomt.

De volgende dag zijn we met een lokaal busje (“un micro”) naar Lambayeque gereden waar het museum zich bevindt. Die busjes zijn al een attractie op zich, omdat het altijd druk is (ze rijden niet weg voordat ze vol zijn), er altijd muziek aanstaat, ze overal en voor iedereen stoppen en mensen vaak in zijn voor een praatje met “extranjeros” die een beetje Spaans spreken. Het museum ligt middenin een woonwijk en steekt behoorlijk af tegen de omgeving, omdat het een stuk moderner is. Pas in 1987 zijn de graftombes van Señor de Sipán ontdekt en in 2002 is het Museo Tumbas Reales de Sipan geopend. De ontdekking van deze uitbundige cultuur die eerder bestond dan de Inca’s is belangrijk voor de Peruanen geweest en laat een grote mate van ontwikkeling zien gepaard met rituelen, symbolen en veel bling-bling. Nadat Sil een mooi aandenken had gevonden zijn we gaan eten in misschien wel het beste visrestaurant van Peru en ‘s avonds vroeg onder de wol gekropen om fit aan de reis naar onze laatste Peru bestemming te beginnen.

Mancora, surfers’ paradise! En dit dorpje voldeed volledig aan de verwachtingen. Ons hostel Kon Tiki Bungalows, staat om te beginnen al met stip in onze overall hostel top-5! Juerg, de Zwitserse eigenaar, haalt ons met zijn lelijke eend op van het busstation, zodat we niet met onze tassen naar boven hoefden te lopen. De locatie van het hostel is dan ook briljant en je kunt de hele omgeving inclusief zonsop- en ondergang bekijken. Dan de kamer, dit was een vrijstaand bungalowtje met schuifdeuren naar de hangmat en het uitzicht. Daar worden we meestal opgewacht door onze huispoes, een zwerfkatje, die we Myriam hebben gedoopt, naar onze geliefde Spaanse lerares uit Buenos Aires. De eerste avond vinden we in de hoofdstraat meteen een restaurantje naar onze smaak. Van de bbq-vis met advocado-salade en patat hebben we meerdere malen genoten.
Op de “Gringo-trail” kom je vaak dezelfde mensen tegen en het was leuk dat onze vrienden Nils, Ben en Jill er ook zijn. Naast een aantal sunset-borrels zijn we een avond op pad gegaan met z’n vijven. Nadat we de beruchte Loki-vestiging niet binnenkwamen zijn we naar een alternatief kroegje gerund door Fransen gegaan. Het was nog vrij rustig toen we binnenkwamen, op wat in hun vrije tijd jonglerende en schilderende Fransen en Argentijnen na. De muziek was ok, modern en steeds dansbaarder. Toch hielden Sil en ik het niet langer uit dan tot een uurtje of elf en lieten Nils, Ben en Jill achter. Toen we ze de volgende dag weer tegenkwamen had Nils een blauw oog en een petje op. Eerst het oog. We hebben al verteld dat drank bij Nils weleens verkeerd kan aankomen en hem van een beleefde Engelse jongen doet veranderen in een onberekenbare hooligan. Het bleek dat hij de nacht ervoor weer goed in het glas gekeken had en op het uiteindelijk zeer druk geworden feestje ruzie met de Fransen kreeg. Op zich niks nieuws. Daarna wilde hij echter naar z’n hostel en zocht een taxi, omdat het toch niet helemaal veilig was op dat uur. Hij kon niets vinden of niemand nam hem mee, dus toen is hij maar gaan lopen. In het straatje naar z’n hostel stond een groepje jonge Peruanen, waarbij een lamme toerist als een rode lap op een stier werkt. Binnen de kortste keren kreeg hij het aan de stok en zat er een vuistafdruk op z’n oog. Voordat het echt uit de hand liep kon hij gelukkig wegkomen. Dan het petje. Nils wilde eigenlijk wel kort haar en had door ons de tondeuse leren waarderen. Zijn hoofd was inmiddels aan de volgende scheerbeurt toe en daarom had ik hem de dag daarvoor mijn tondeuse geleend. Ondanks zijn brakke hoofd en dankzij de hulp van Ben en Jill ging het scheren in eerste instantie prima. Toen hij echter na zijn bakkebaarden zijn hoofd nog even wilde doen, was hij vergeten dat het beschermstuk er niet meer opzat, waardoor er een omgekeerde Mohawk op zijn hoofd zat.

De dagen daarna is Steph zich gaan richten op zijn nieuwe hobby kitesurfen. Om wat ervaring met de wind te krijgen werd de eerste dag alleen met een kleine kite gewerkt. Beetje spelen om nog hongeriger te worden naar het echte werk. En daar moet je soms een beetje geduldig voor zijn, omdat de wind er niet altijd is als jij dat wilt. Elke ochtend rustig wachten totdat de witte schuimkopjes verder op zee te zien zijn, vanuit ons appartementje uitstekend te zien. En dan meestal rond een uurtje of een vertrekken. De tweede dag leerde ik Skip kennen, de uitgesproken Australische eigenaar van de surfschool. Mooie kerel die geen blad voor de mond neemt, waardoor hij soms op didactisch gebied wat steken laat vallen: Son of a bitch, why did you do that!? Zonder aan te geven hoe het op dat moment wel moet. Om op elke gewenste plek te kunnen komen , elke kitekans te kunnen pakken en om afgedreven kiters te kunnen terughalen, heeft Skip een buggy. Als de wind goed was gingen we om de drukte te vermijden naar het nabij gelegen strand Los Organos. En aangezien Steph er het meest betrouwbaar uitzag kon hij als bestuurder van de buggy een beetje indruk maken op Sil, die meeging die dag. Ondanks de goede wind en “stimulerende” opmerkingen van Skip ging het nog niet helemaal naar wens, maar het kitevirus zal niet meer verdwijnen.

Ook aan onze andere hobby, yoga, zijn we ruimschoots toegekomen. Samana Chakra is een yogaresort, waar bijna elke dag een ochtend- en middagles worden gegeven. Het ligt aan een rustig deel van het strand en ziet er met de infinity pool erg luxe uit. In de eerste ochtendles ging Steph voor het eerst met een stoel aan de slag. Was even wennen. Maar de dag beginnen met yoga blijft perfect. Een dag later zijn we echter naar de middagles gegaan en die beviel ook heel goed. Aan het einde van de sessie, op het moment dat de zon in zee zakte en wij dat vanuit de zaal door het grote raam uitstekend konden zien, sloten we af met een aantal zonnegroeten. Heel indrukwekkend. En daarna rustig teruglopen naar het appartement over het strand maakte het af.

Vlak voordat wij zouden vertrekken arriveerde onze goede Australische vriendin Caroline in Mancora. Zij had na een periode veel stappen ook wel zin in wat yoga, dus we hebben met z’n drieën een middagsessie gedaan. Jamie, de Australische masseur, was voor langere tijd in Mancora om vrijwilligerswerk te doen. Met z’n vieren hebben wij onze laatste avond een hapje in een Aziatisch restaurant gedaan. En dat was perfect, het was jammer dat we hier niet eerder waren gaan eten. Sowieso was Mancora perfect, we zouden in eerste instantie een dag of vier blijven en het zijn er uiteindelijk elf geworden.

De volgende dag naar Quito, Ecuador, weer een grens over. Het ticket had wat voeten in de aarde, na even zoeken vonden we het verkoopkantoor aan huis waar “the only gay in town” op een willekeurig papiertje onze tickets schreef. Aan de overkant van de straat zat overigens een klein huiskamerrestaurantje waar we voor een paar dollars een perfecte driegangenmaaltijd hebben gegeten: Groentensoep, kip met aardappelen en een toetje. Tijdens het wachten op de bus ontmoetten we een andere Nederlander die in Mancora was overvallen. Ondanks de relatieve veiligheid in dorpjes ten opzichte van steden blijft het meestal onverstandig om in het donker een onverlichte straat in te lopen. Hij is er, ondanks met een mes bedreigd te zijn en wat spullen kwijt te zijn, met de schrik vanaf gekomen. Eenmaal in de bus was het de vraag of we tot en met Quito konden blijven zitten, of dat we bij de grens moesten overstappen. Onze homo had het blijkbaar toch goed geregeld, want bij de grens kregen wij persoonlijke begeleiding van de busmaatschappij die ons met een taxi netjes en veilig bij de juiste busmaatschapij afzette waar we nog even op de bus naar Quito moesten wachten. De andere Nederlander die naar Guayaquil ging leek het minder goed voor elkaar te hebben. Zij moesten het bij de grens zelf uitzoeken en daar heeft een gringo meestal wat omkoopgeld voor nodig. Dat had hij niet, dus hebben we hem op goed vertrouwen twintig dollar geleend, wat hij niet heel veel later netjes terug heeft gestort. Je bent er om mekaar te helpen nietwaar?

Na wederom een nachtrit kwamen we de volgende ochtend aan in Quito, de hoofdstad van Ecuador. Voor Sil heel bijzonder, omdat haar solotrip drie jaar geleden in deze stad begon. We hadden een hostel gevonden in de wijk La Mariscal aka Gringolandia, het gedeelte waar de meeste backpackers zitten. Toen wij aankwamen was het erg rustig en konden wij zonder problemen naar ons hostel komen, maar schijn bedriegt. Deze wijk staat slecht bekend en ‘s avonds moet je zelfs voor de kleinste stukjes een taxi nemen, want overvallen gebeuren hier bij de vleet. Een straat achter ons hostel staat de school waar Sil drie jaar geleden haar Spaanse lessen had en waar ze veel vrienden heeft leren kennen. Steph overwoog nog even om de dichtbij gelegen vulkaan Cotopaxi op te fietsen. Helaas waren de kosten echter hoog en het fietsen beperkt, dus daar zag hij vanaf. We hebben nog een middag door het Unesco centrum van de stad gelopen, erg mooi, en toen vonden we het eigenlijk wel genoeg in Quito. Ons budget was niet toereikend om de mooie natuur van Ecuador en de Galapagos te zien en we hadden erg veel zin in het volgende avontuur, Colombia!

Wednesday, January 18, 2012

Lima en Huaraz

Onze busreis naar Lima voert ons onder meer langs Nazca. Hier zijn de beroemde Nazca lines te zien, grote figuren verspreid over 500 km2 die alleen vanuit de lucht goed zijn te zien. De aantrekkingskracht wordt vergroot doordat nog steeds onduidelijk is wie deze figuren gemaakt heeft en waarom. De vliegtocht gaat boven ons budget, dus wij besluiten door te reizen naar de hoofdstad.

‘s Middags komen wij aan bij ons hostel The Family Backpackers in Miraflores. Het hostel heeft dezelfde eigenaren als het door ons gewaardeerde Pisco & Soul in Cuzco, maar helaas vallen de sfeer en ons kamertje waarvan het raam grenst aan de interne trap een beetje tegen. Dat mag de pret niet drukken, want we zijn hier tenslotte voornamelijk voor de Champions League finale Barcelona – Manchester United. Steph gaat zorgvuldig te werk bij het uitzoeken van de locatie waar gekeken zal worden en de keus valt op de Irish Pub in Pizza Street, de omgeving waar de meeste backpackers verblijven. Onverwacht schuiven onze vrienden Nils en Ryan ook aan, want hun verblijf in Pisco viel nogal tegen. Daarom namen zij zaterdagochtend een taxi om na een rit van vier uur op tijd voor de finale te zijn.

De wedstrijd begint om 13.00u lokale tijd en het stroomt al snel vol, dus het is goed dat we een tafeltje voor het grote scherm hebben gereserveerd. De Barcelona fans zijn in de meerderheid, waar Nils nogal moeite mee heeft. Om een bodem voor het bier te leggen bestelt hij fish and chips, want het drinktempo ligt hoog. De grote pints doen hun werk en binnen de korste keren zijn Nils en Steph dronken, de sfeer is top! Daardoor heeft Nils na afloop gelukkig weinig moeite met de uitslag. Tijdens de wedstrijd raken we in gesprek met onze Engelse buurvrouw Sarah en haar aanstaande Peruaanse man. Zij blijkt een ware Jekyll and Hyde die eigenlijk wel in is voor een feestje. Het eindigt met een hapje eten in Larcomar, een super de luxe mall die gebouwd is op een klif, waar de authentieke Zuid-Amerikaanse sferen ver te zoeken zijn. Niks aan dus.

De volgende dag zwerven we een beetje door de straten van Miraflores, een van de betere wijken van Lima. Door de auto’s en huizen voelt het Amerikaans aan en de toegangspoorten en beveiligingscamera’s bevestigen dat er veel geld zit. De extremen in Lima zijn groot en dat geldt zowel voor de kloof tussen arm en rijk als tussen mooi en lelijk (de stad welteverstaan). Sil houdt er niet van, Steph kan er wel aan wennen. Lima en Peru staan bekend om de goede keuken. In de rest van Zuid-Amerika is eten voornamelijk praktisch, een energiebron, hier is de keuken verfijnder. Het gaat om smaken en genieten, zelfs in de kleinste restaurantjes. We trakteren onszelf op een overheerlijke lunch in visrestaurant Red in Miraflores. Eindelijk weer een goed glas wijn, heerlijk eten en een goede service. Het is zondagmiddag en de tent zit stampensvol met lokale families en wij genieten met volle teugen.

De laatste dag in Lima staat in het teken van schoenen kopen voor Steph. Al sinds Chile zitten de gaten in zijn Puma’s, het lijken net sandalen. En maat 46 is niet te vinden, alle verkopers die we er tot dusver om gevraagd hebben moeten allemaal hartelijk lachen. Aangezien er veel expats in Lima zitten hopen we hier te slagen. We worden naar Pollo Azules gestuurd, een groot warenhuis in een slechtere buurt van de stad waar alle (nep)merken te krijgen zijn. Eindelijk lukt het om maat 12 te vinden en dolblij met zijn nieuwe Reefs neemt Steph middels een paar foto’s afscheid van zijn afgetrapte gympies voordat hij ze bij het vuil zet. Die avond vertrekken we richting Huaraz. We zitten middenin de verkiezingen en op het busstation zien we het laatste verkiezingsdebat tussen de overgebleven kandidaten ex-militair Ollanta en Fujimori, de dochter van de oud-president en dictator die momenteel vervolgd wordt voor corruptie en schending van de mensenrechten. Welcome to South America! Leuk om te zien dat echt iedereen in het busstation geboeid naar het debat zit te kijken. Ze houden van hun TV, we weten het, maar toch.

Huaraz, hoofdstad van het trekkingmekka van Peru en Zuid-Amerika en na de Himalaya’s het hoogste berggebied ter wereld met 22 bergtoppen boven de 6.000 meter! Het gebied wordt gemaakt door de Cordilleras Blanca en Huayhuash en in het laatste staat de berg Siula Grande waarop Joe Simpson zijn avontuur beleefde waarover hij schreef in het beroemde boek “Touching the Void”. Wij verblijven in hostel Churup dat doet denken aan een Alpen chalet en we voelen ons er erg thuis. De kamers zijn ruim en comfortabel en de eetkamer en keuken op de bovenste verdieping hebben prachtig uitzicht op de Cordillera Blanca met elke avond een kleurrijke zonsondergang.

Op advies van Geert, met wie we de homestays op weg naar Machu Picchu hebben gedaan, komen we in contact met Guido. Hij is zeven jaar geleden vanuit een stage begonnen met een sustainable reisbureau in Huaraz, Respons, om de arme lokale boeren een economische impuls te geven. Guido is begin 30 en zit vol energie en praat met veel passie over alle mogelijke trips die zijn organisatie biedt, fantastisch om te zien! Ons spreekt met name de mogelijkheid aan om een traditioneel bergdorpje te bezoeken waar, doordat het zo afgelegen ligt, de tijd lijkt stil te staan en de mensen nog steeds op een traditionele wijze en zeer verbonden met de natuur leven. We besluiten om twee nachten te blijven, zodat we een bijzondere bergwandeling kunnen lopen en de volgende dag de traditionele Pachamanca kunnen meemaken. We krijgen een uitleg over het programma en hoe we ons daarop kunnen voorbereiden, want het is back to basic. Achteraf bleek deze niet helemaal volledig, waardoor het ons op momenten tegenviel, maar gelukkig zijn we wel wat gewend.

De volgende ochtend worden we opgehaald door Pablo die onze gids zal zijn de komende twee dagen. Hij komt uit het dorp en is binnen het Respons project bij toerbeurt aangewezen. We gaan met het openbaar vervoer naar Vicos en moeten het laatste stuk, zo’n half uur, lopen. Helaas is het dorpsmuseum gesloten en lukt het Pablo, na lang aandringen door ons, niet om de sleutel te vinden. De omgeving is prachtig met groen, zon en besneeuwde bergtoppen wat de klim omhoog een stuk makkelijker maakt. Wij verblijven in het hoogste huisje van het dorp bij de familie van Andrès en zitten dan al op zo’n 3.500m hoogte. De eerste dag worden de dagelijkse klusjes gedaan en het brood gebakken. Wij hebben voornamelijk contact met de kinderen die een beetje Spaans en zelfs wat Engels spreken, ontzettend leuk. De ouderen spreken voornamelijk Quechua en waren iets minder toegankelijk. Na de avondmaaltijd zitten we al vroeg voor de openhaard, letterlijk het enige comfort in het huisje waar we inzitten. En hoognodig, want het koelt ‘s avonds behoorlijk af zo hoog in de bergen. Om acht uur liggen we in onze mandjes en vallen snel in slaap onder de paardendekens die zo zwaar zijn dat je niet meer kunt bewegen. De volgende ochtend staan we al om half zes op, omdat er een lange wandeling op het programma staat. Na een koolhydraatrijk ontbijt van voornamelijk gefrituurde aardappelen vertrekken we met Pablo op weg naar een hooggelegen bergmeer. Zoals het een echte Andesman betaamt kauwt hij de hele weg op een grote cocabol, om honger, dorst en hoogteziekte te voorkomen en het geeft ook nog wat energie. Steph houdt dit niet lang vol en krijgt gewone westerse honger en dorst. Na ruim vijf uur lopen zijn we nog steeds niet bij ons doel, maar wij verzoeken Pablo dringend om even te stoppen om bij te tanken. Met, uiteraard, aardappelen en een beetje rijst. Dit viel ons wat tegen, want en is een zware lichamelijke inspanning waar geen cocablad tegenop kan. Gelukkig zijn we een uurtje later op het hoogste punt en staren op een prachtig bergmeer en een paar besneeuwde bergtoppen en gletsjers. Wij zitten dan op 5.100 meter, de toppen liggen op zo’n 6.000 meter! Vol goede moed beginnen we aan de terugweg die helaas exact dezelfde is als de heenweg. Naar beneden gaat natuurlijk sneller dan omhoog, maar na een uurtje of negen gelopen te hebben beginnen de tenen van Sil te protesteren. Ze heeft afleiding nodig en vraagt Steph om maar een beetje tegen haar aan te gaan praten. Misschien is het de ijle lucht, maar hij kan niet veel meer uitkramen dan “we zijn er bijna”. Na de twintigste keer is dit gelukkig ook echt het geval en vermoeid, maar toch ook wel voldaan en stiekem een beetje trots gaan we die avond vroeg onder de paardendekens. De Pachamanca is een bijzondere ervaring de volgende dag, een eerbetoon aan Moeder Aarde die goed voor haar bewoners zorgt. Het eten wordt onder de grond door middel van kolen verwarmd en smaakt ons heerlijk. Voor de gelegenheid is zelfs duur vlees aangeschaft. De lunch wordt begeleid door lokale musici en iedereen heeft zich feestelijk aangekleed. We eindigen met wat dansjes en foto’s en zijn blij dat we van dichtbij hebben kunnen meemaken hoe de traditionele bevolking leeft en ondanks weinig welvaart toch een rijk leven heeft. Na de terugreis met de microbus gaan we weer naar ons favoriete hostel Churup om ons klaar te maken voor twee relaxdagen bij The Lazy Dog en daar raken we in gesprek met de dochter van de Peruaanse eigenaar Anna-Maria die getrouwd blijkt met Luc, een Nederlander, en in Tilburg woont. Ze is hoogzwanger en haar man is onderweg naar Huaraz om de bevalling mee te kunnen maken.

Wij vertrekken daarna met de taxi naar ecolodge The Lazy Dog en dat blijkt een briljant intermezzo te worden. Het ligt een uurtje rijden van Huaraz, verstopt tussen de bergen en is perfect. Als we aankomen brandt de openhaard al in onze luxe bungalow en kunnen we daar met z'n tweeën van het vers bereide diner met een fles rode wijn rustig genieten. Alle luxe die Vicos niet heeft, is hier wel aanwezig, dus Sil staat zomaar een uur warm te douchen. De volgende dag doen we helemaal niets, behalve lezen, genieten van de omgeving in de luie stoelen voor ons huisje en de sauna. We raken in gesprek met de eigenaresse en die vertelt ons dat ze wegens privé omstandigheden op zoek is naar een stel dat de boel wil runnen voor een half jaar. Daar hebben wij wel oren naar en geeft ons stof tot nadenken. Het is echter dermate afgelegen dat voornamelijk Steph er geen goed gevoel bij heeft. We zullen zien of dit gevoel standhoudt bij hem. Iedereen die echter in de buurt van Huaraz komt, raden wij ten zeerste aan dit stukje hemel op aarde te bezoeken. Na twee nachten kwamen wij helemaal relaxed weer terug in Churup.

Wij hadden inmiddels al de volgende tour geboekt, de vijfdaagse trekking door Cordillera Huayhuash, het hoogtepunt. De organisator heeft een mooie groep bij elkaar weten te krijgen en ook onze grote vriend Nils is weer van de partij. Hij is uit de handen van de Peruaanse justitie weten te blijven en heeft veel zin in wat meer rust en gezonder leven. Onze andere reisgenoten zijn Ben en Jill uit Manchester en Phoebe en Sherree uit Nieuw-Zeeland. Het blijkt een goede mix aan mensen te zijn en we hebben erg veel lol. De organisatie is sowieso picobello, aan alles is gedacht. Onze grote rugzakken worden samen met de tenten en het eten door pakezels gedragen en we krijgen elke dag drie heerlijke maaltijden voorgeschoteld. Als we 's avonds na de hele dag gelopen te hebben in de kampen aankomen, zijn onze tentjes al opgezet en krijgen we een snack, bijvoorbeeld popcorn, om de eerste honger te verdrijven. We zijn in vijf dagen over drie bergpassen boven de 4.800 meter gelopen en de uitzichten zijn betoverend. Het is alsof je door een schilderij loopt en de natuur geeft je een groots gevoel. Om even te ontspannen kunnen de mannen op forel vissen en de vangst ligt ‘s avonds op onze borden. Helaas hebben we ook wat irritaties, oude valkuilen van Steph, maar die kunnen we gelukkig oplossen. We sluiten dit avontuur na terugkomst in Huaraz af met perfecte pisco sours bij het reisbureau, ze weten in Zuid-Amerika echt wel hoe after sales werkt, en een dineetje bij een Thais restaurant. Onze Peruaans-Nederlandse vrienden blijken inmiddels te zijn bevallen van een zoon en we worden aangenaam verrast door beschuit met muisjes, en nog wat drop. We hebben nog een onverwacht gezellig diner met Guido van Respons en zijn vriendin Agnes en dan zijn we klaar om onze reis voort te zetten, verder richting het noorden van Peru, op naar de zee!