Monday, April 25, 2011

Week 18: Uruguay

Reizen is voor een belangrijk deel nieuwsgierigheid, dus we hadden allebei zin om naar een land te gaan waar we allebei nog niet waren geweest. Oorspronkelijk was het plan om naar Punta del Diablo te gaan, maar aangezien de aanwezigheid van Skype met camera onzeker was zijn we direct naar Punta del Este doorgereden. Mama Loes werd namelijk 65 en wij zouden middels een groot scherm als verrassing online aanwezig zijn op het feest. En daar is Skype met camera voor nodig.

Punta del Esta sprak vooraf tot onze verbeelding, maar het bleek allemaal nogal teleurstellend. De skyline is die van een gemiddelde Spaanse Costa Brava plaats en na de Brazilaanse stranden vielen de grauwe stranden van Uruguay nogal tegen. Daarbij waren ook hier de kosten voor ons bescheiden budget nogal gortig. Na een aantal hostels bekeken te hebben zijn we uiteindelijk aan de hoofdstraat in een goeie kamer terecht gekomen. Ook het feit dat we die dag een groot deel van onze lieverds zouden zien maakte een hoop goed. Na een test met Vin en Gier zaten we een uurtje later in onze feestelijke outfits klaar voor het feest. En het werd een grote verrassing! Door de inleiding door Gier dacht een aantal dat we in levende lijve zouden verschijnen. Ondanks de haperende verbinding werd het een mooie happening waar we allemaal van hebben genoten.

Daarna zijn we een rondje Punta del Este gaan doen, over de landtong die het centrum eigenlijk is. Wat opviel waren de gemiddeld hoge leeftijd van de Uruguayanen en Argentijnen, de hoge prijzen en de hoeveelheid ´mate´ (ma-thee) die er wordt gedronken. Dat laatste is op zich wel een aardig verschijnsel en onlosmakelijk onderdeel van de Uruguayaanse en Argentijnse culturen (deze twee zijn nauw met elkaar verbonden, itt die van buurland Brazilie). Mate drinken is een essentieel onderdeel van de sociale omgangsvorm en de hele dag door worden mensen uitgenodigd voor een mate om onder het genot van de toestand van wereld te bespreken. Praktisch iedereen heeft daarom een soort mok met stalen rietje (bombilla), de droge mate, veel suiker en een thermosfles heet water bij zich om altijd en overal in de behoefte te kunnen voorzien. Op regelmatig verspreide punten staan vending machines waar tegen geringe investering de flessen kunnen worden bijgevuld. Na een drankje op het strand en een Aziatische maaltijd waar we allebei erg veel zin in hadden, zijn we op tijd onder de wol gekropen.

Een dag Punta del Este was meer dan genoeg en de volgende ochtend zaten we redelijk op tijd in de bus naar Montevideo. Nog zo´n stad die tot de verbeelding spreekt en dit keer gelukkig meer terecht. We zaten in het Green Hostel (beetje geitebreiers hostel, maar comfortabele kamer) middenin de stad, dus prima start om te gaan verkennen. Op aangeven van het hostel zijn we naar een eetcafe aan de overkant gegaan en hebben daar fantastisch lekker gegeten. De kok had eerder in kwalitatieve restaurants gewerkt (Punta del Este..) en dat was te merken. Vooral zijn spinazie-rode kool taartje was erg goed. Via de meatmarket aan de haven, alleen maar grote stukken steak, briljant, zijn we via een karakterstiek pleintje met antiekmarkt naar het grote plein waaraan het presidentieel paleis ligt. Een vrij lelijk gebouw, waarvan men destijds dacht dat het modern was en de tand des tijds wel zou doorstaan. Via een voorheen literair cafe, soort van Hoppe, en de grote winkelstraat, waar ons dringend werd aangeraden niet al te lang te blijven lopen ivm overvallen, zijn we met een tas vol eten naar het hostel gegaan. Om de kosten enigszins te drukken hebben we zelf een maaltijd in elkaar gedraaid en zijn wederom vroeg gaan tukken.

De volgende dag zaten we alweer vroeg in de bus richting Colonia del Sacramento. Een oud stadje aan de Rio de la Plata (waaraan ook Buenos Aires en Montevideo liggen) met straten met hobbelstenen en perfect onderhouden antieke pleinen en huizen, maw Unesco erfgoed. We hebben eerst onze spullen gedumpt in ons Hostal de las Poetas en zijn daarna op pad gegaan. De geschiedenis en architectuur maken het stadje op zich interessant, het feit dat het daardoor een van de belangrijkste toeristenpleisters van Uruguay is geworden doet echter af aan de sfeer. Vergelijkbaar met het gevoel dat je krijgt als je door Marken of Urk loopt. Overal kun je snuisterijen kopen en de prijzen (in restaurants) zijn relatief hoog. We zijn uiteindelijk gerechten gaan delen om toch op een terras te kunnen zitten en ons dagelijkse budget niet al teveel schade aan te doen. We hebben die middag (eigenlijk al veel eerder) besloten om een dag later de boot naar Buenos Aires te nemen en na wat gehannes bij het loket onze tickets gekocht. ´s Avonds hebben we zelf weer gekookt en zijn met erg veel zin om eindelijk naar Argentinie te gaan ons bed ingedoken.

Uruguay is ons dus een beetje tegengevallen, het was eigenlijk te saai na de swingende cultuur van Brazilie. Met een dikke glimlach zaten we de volgende dag dan ook op de Zuid-Amerikaanse Koegelwieck (zie snelboot naar Terschelling) op weg naar ons volgende avontuur!

Thursday, April 14, 2011

Week 14 - 18: Brasil Todo bom!

Ps. Ik lig nu in een hangmat, half in het zonnetje dit stukje te schrijven. Notitie; in mijn leven mag een hangmat niet meer ontbreken.

Maar goed, eindelijk naar Zuid-Amerika!! De Sprong.

Sil was op de ochtend van vertrek zelfs een beetje zenuwachtig, want ja...straks valt het ineens ontzettend tegen allemaal...gelukkig was dat gevoel helemaal weg bij aankomst in Santiago de Chile. Sil hablarde al weer volledig Spaans en liep met een glimlach van oor tot oor rond op het vliegveld van Santiago, waar we een paar uur moesten wachten voordat we onze vlucht naar Sao Paulo konden pakken. Het originele plan van de reis was om vanuit Santiago naar Bogota in Colombia te vliegen, maar omdat Steph echt heul erg graag naar Patagonie wilde, moesten we voor eind maart in Argentinie zijn en dit zouden we niet redden als we eerst nog Colombia en Brazilie wilden zien. Dus change of plans en daarmee dus ook geen Carnaval meer in Brazilie...even slikken...en weer doorgaan (luxeprobleem!).

Maar goed, op 25 januari om 16 uur ´s middags vertrokken we uit Auckland,Nieuw-Zeeland en na maar een paar uurtjes slaap op het vliegtuig landden we op 25 januari om 14 uur ´s middags in Santiago de Chile. We waren dus op dezelfde dag geland, alleen door het tijdsverschil 2 uur eerder dan dat we vertrokken waren, maar met 12 uur vliegen en maar 2 uur slaap...en toen moesten we dus nog 4 uur wachten op onze vlucht naar Sao Paulo, waar we midden in de nacht doodmoe aankwamen, alleen...je raadt het al...jetlag...we konden NIET in slaap vallen!!! Ogen hard dichtknijpen, slaapliedjes zingen, schapen tellen, linker zijkant, rechter zijkant, dan maar op de buik...maar nee...geen REM slaap te bekennen, tot 7 uur ´s ochtends, toen pas vielen we in slaap. Alleen, omdat we ooit gehoord hadden dat je na zo´n lange vlucht moet proberen zo snel mogelijk in het locale ritme te komen, zijn we gewoon om 10 uur weer opgestaan...en naar het ontbijt slaapgewandeld...de Braziliaanse hostelontbijtjes zijn de beste in Zuid-Amerika, met heel veel vers fruit, sapjes, broodjes, taarten, eieren...the works zeg maar...dan is backpacken ineens niet meer echt back to basic...en aangezien we de dagen ervoor alleen maar vliegtuigmeuk hadden gegeten, hebben we ons helemaal uitgeleefd en zijn met volle buikjes terug naar de kamer gegaan, waar we niets anders meer konden doen dan op het bed neerploffen en we waren binnen 1 seconde vertrokken om einde van de middag wakker te worden. Heerlijk, we hadden een second wind te pakken, effe douchen en Sao Paulo een beetje verkennen dus!

We konden onze flipflops weer uit de bodem van de tas halen, want in Brazilie was het gewoon weer 31 graden! Wij blij! We liepen naar Jardins, het rijke gedeelte van Sao Paulo, maar om daar te komen moet je door het ´echte´ Sao Paulo, veel auto´s, niet goed onderhouden wegen en stoepen, vuilnis, zwervers, graffiti, leegstaande panden...en dit was na 1 ½ maand in het rijke Australie en Nieuw-Zeeland weer even wennen, met name het feit dat je weer op je hoede moet zijn wat betreft je eigen veiligheid; welke straat je neemt, hoeveel geld je meeneemt, waar je de tas laat en of je uberhaupt een tas meeneemt. Echter, zodra je dit weer door hebt en jezelf goed informeert over waar je wel en niet moet zijn en gewoon meeneemt wat je kwijt kunt raken, is er niets aan het handje. Veiligheid kan een issue zijn in dit continent, maar ligt vooral erg aan jezelf, en die extra oplettendheid wordt al snel een tweede natuur en wat er dan nog overblijft zijn heerlijke landen om doorheen te reizen. Man, we merkten gelijk dat we in Brazilie waren, het leefde weer, mensen op straat, muziek, prachtige vrouwen, mannige mannen, op iedere straat een terras waar je elk uur van de dag wat kunt eten en biertjes en caiprinha´s kunt bestellen, kleur,vers fruit, heerlijke temperatuur en goedlachse mensen die altijd in zijn voor een kletspraatje. Heerlijk!

De wijk Jardins voelt als de 9 straatjes alleen dan groter, gevuld met allemaal boetieken en een mega Havaiana store...natuurlijk! Want elke, werkelijk waar, elke Braziliaan loopt op slippers. Bij de vrouwen in combinatie met een super kort strak spijkerbroekje en idem toppie en de mannen hebben een surfshort aan en een t-shirt of ontbloot bovenlichaam. Steph was al snel gewend aan deze nieuwe dress-code en trok zodra het maar een beetje warm was (ongeveer iedere dag na 10 uur ´s ochtends) zijn t-shirt uit. In de wijk Santa Teresa in Rio de Janeiro, waar het ´s nachts onveilig kan worden, trok hij zelfs zijn t-shirt uit om er meer Braziliaans uit te zien en de kans om overvallen te worden te verkleinen...niet vele Brazilianen zijn 1.95m, blond met blauwe ogen, maar goed, niet geschoten is altijd beroofd :)

Die nacht sliepen we alweer heel slecht en kwamen er achter dat de vlucht die we voor de volgende dag geboekt hadden naar Salvador, vertrok vanaf het vliegveld dat opgenomen is in het world guiness book of records voor `Het vliegveld dat het verst van de stad van ´vertrek´ afligt´...100 kilometer van Sao Paulo om precies te zijn...lekker dan! En omdat onze vlucht om 7 uur ´s ochtends vertrok, zat er niets anders op dan op het vliegveld te slapen, alleen...hadden de ontwerpers van het vliegveld iets tegen slapen...Sil heeft het echt geprobeerd, werkelijk waar in elke mogelijke positie (zie foto´s) maar kon met geen mogelijkheid in die bankjes in slaap vallen. Het was echt hilarisch om te zien hoe ook alle toeristen om ons heen probeerden een juiste positie te vinden om te slapen...tevergeefs. Dus zonder ook maar een enkel uurtje slaap, strompelden wij het vliegtuig in, waar we eindelijk in slaap vielen, maar het was zo´n zittende slaap, je kent het wel, waar je de hele tijd in gevecht bent met de zwaartekracht die op je hoofd wordt uitgeoefend en uiteindelijk steeds maar hoogstens 3 minuten slaapt om vervolgens door je neerstortende hoofd weer wakkergeschud te worden, om vervolgens je hoofd weer op te tillen om door te slapen en 3 minuten later weer dezelfde handeling te herhalen...dusss...kapot waren we toen we in Salvador aankwamen, dus gooide we er een sterk bakkie in en gingen op zoek naar hoe we vanaf het vliegveld naar Diogo konden komen. Sil liet zich niet voor een gat vangen toen we de ´toeristen´ prijs voorgeschoteld kregen en ging op zoek naar alternatieven en vroeg de locals hoe zij het deden...Sil praat geen Portugees...wel reisspaans met een perfect Portugees accent...een beetje wat je doet als je het Duitse woord niet kent, gewoon het Nederlandse woord zeggen met een Duits accents...en dat leek te werken, want 25 minuten later en maar enkele Reais armer, zaten we bij de bushalte, te wachten op de Linha Verde bus naar Diogo. En ja, daar zaten we op onze grote backpacks, in een provisorische bushalte, met het verkeer dat ons om de oren vloog, allemaal busjes die voorbij reden en waar de bijrijder de bestemming aan het uitschreeuwen was naar de wachtende passagiers...nee geen systeem...geen nummers...gewoon goed blijven luisteren, rennen en springen. Daarnaast is overal in Zuid-Amerika op ieder moment van de dag altijd wat te eten en te drinken te kopen, en ook in onze kleine bushalte midden op straat konden wij cocosnoot, zoete broodjes en verse vruchtensap kopen...yummm. Salvador ligt in het noorden van Brazilie, waar de mensen overwegend een Creoolse achtergrond hebben, dit merk je gelijk, iedereen is donkerder, kleurrijker, overal is music, ze zijn iets luidruchtiger, de vrouwen hebben nog grotere billen en prachtige sexy outfits en de mannen hebben nog dikkere gouden kettingen. Mannen praten met mannen, vrouwen met vrouwen, onderling wordt alleen maar naar elkaar gefloten en worden er blikken uitgewisseld. Het duurde bijna 45 minuten voordat onze bus eindelijk kwam, toch hebben wij daar al die tijd met een GIGA smile op onze koppen gezeten, want al die chaos, al die kleurrijkke mensen, dit voelde weer als het echte reizen, heerlijk!

In Brazil zijn we uiteindelijk 4 weken gebleven, 2 weken korter dan voorgenomen, want het gaat goed met Brazillie en daarom is de Reais sterk en de prijzen hoog. Ten opzichte van 2 jaar geleden was de Reais 2 keer zo veel meer waard geworden, dusss konden wij minder kopen met onze Euro´s. De eerste week hebben we dat maar een beetje vergeten, want ook al was het duurder dan verwacht, het was nog steeds niet zo duur als in Nieuw-Zeeland en Australie. En omdat we de laatste maanden zo back to basic hadden geleefd, waren we toe aan een vakantie van het reizen....belachelijk klinkt dat he!?! Maar goed, geloof het of niet, reizen is vermoeiend :)) intensief, nieuwe mensen, nieuwe plekken, elke dag beslissingen maken, wennen , geen routine, elkaar ook nog eens leren kennen, het zijn allemaal fantastische dingen, maar we merkten dat we na 4 maanden op hoog tempo gereisd te hebben, echt ff toe waren aan ff echt helemaal niets. Nou en dat is precies wat ze in Diogo hebben, zee, strand en jungle en voor de rest helemaal niets! We zijn zelfs verdwaald op weg naar het strand, je moet eerst door een rivier, dan door duinen en langs een moeras, er is geen officieel pad, dus wij hebben uiteindelijk met behulp van de eeuwenoude scouttechniek van het zoeken naar voetsporen in het zand, de weg naar het paradijselijke strand gevonden. Geniaal strandje met 2 shacks die verse gegrilde vis en biertjes verkochten. Mooie van Brasil is dat het bier standaard in 1 liter flessen komt en dat deze uitgeserveerd wordt met een eigen koeler, want ja bier mag niet koud worden! Terecht! In Diogo hadden wij een prachtige pousada gevonden, gerund door een Sophie een Belgische en KLeo een Braziliaanse surfer en hadden een cabana met 2 enorme hangmatten en een kast vol spelletjes, waar we MasterMind vonden, verslaafd waren we. Steph probeerde iedere dag Sil te verslaan, dat is 1 keer gelukt...

Na een aantal dagen waren we eindelijk van onze jetlag af en konden weer goed doorslapen, dus hadden weer energie om dingen te ondernemen. Steph ging dan ook gelijk met Terese en Eric, een stel uit Frankrijk, op pad om de beste surfspots te vinden, Sil moest nog even thuis blijven, want de zonneallergie was nog niet voorbij. Ga je 1 jaar op reis naar alleen maar zonnige oorden, krijg je zonneallergie, irritant! Gelukkig is er in de jungle ook veel schaduw en wij hoorden al snel van het restaurant dat de beste Moqueca (traditioneel visstoofpotje) van Bahia zou maken, Sombre de Mangera (In de schaduw van de mangoboom), je zit hier letterlijk onder een giga mangoboom, waar een op z´n Braziliaans vastgemaakt net ons scheidde van levensgevaarlijke neerstortende mango´s en kokosnoten (Brazilie is het land met het hoogste dodental door valllende kokosnoten!) Het duurde even voordat de stoofpot klaar was, uurtje ofzo, dit gaf ons de tijd om alle Brazilianen om ons heen even te observeren. Conclusie: op zondag wordt met de familie in een restaurant de lunch gegeten. Aan alle tafels zaten volledige families, waarvan de dames er op hun zondagsbest uit zagen en in Brazillie is dat het soort kleding dat in Nederland gedragen wordt wanneer je uitgaat. Sexy, vrouwelijk en opvallend, de mama´s en ook de oma´s, maakt niet uit. De vrouwen kletsten met elkaar, de mannen praten niet maar kijken naar het voetbal op televisie en schreeuwen af en toe wat en kijken dan begrijpend naar elkaar (overal waar je ook komt, hoe shabby de plek ook is, er hangt ALTIJD een plasma TV met voetbal op!), de pubers zijn met hun mobiele telefoon bezig, de kleine kids zijn aan het rondrennen door het restaurant en de opa´s en oma´s slapen vaak. Mooi tafereel!

En omdat we weer op volle kracht waren, er echt niets te doen was in Diogo, besloten we naar Praia de Forte te gaan, iets groter, toeristischer en de plek waar we het Tamar project konden bekijken. Zij beschermen de schildpaddenpopulatie aan de kust van Brazilie en dit was de kans om die kleine hummeltjes de zee in te zien kruipen. Goed werk doen ze daar. Ander bijkomend voordeel van een iets toerischtischer plaatsje is dat er gewoon een pad en horeca aan het strand is en dat wij diezelfde avond op een terrasje Caiprinha´s te zaten drinken. Brazilie ten voeten uit!

Volgende stad was Salvador, de hoofdstad van de regio Bahia en de Carnaval, en bekend als een zeer gevaarlijke stad voor toeristen aangezien die te pas en te onpas beroofd en opgelicht worden. Dus wij gingen met bijna lege zakken de straten van Salvador op en wat ons eerder opviel dan de onveiligheid was de enorme manier waarop de Bahianen genieten van hun stad. Het was vrijdagmiddag en het strand was vol met mensen, muziek, eetkraampjes, mannetjes met een koelbox die biertjes verkochten. Top sfeertje. Wij sloten aan, bestelden een biertje op het terras en zagen de zonsondergang in zee. De volgende dag gingen we naar het UNESCO gedeelte van de stad, dit bestaat uit smalle straatjes met keiweggetjes en kleurrijke panden. We bezochten ook een graffiti expositie in een oud pand met hoge plafonds en uitzicht over de oude stad en kerken, mooi contrast tussen modern en oud wat elkaar versterkte.

Volgende stop...RRRRRRRRRRRRRRrrrrrrrrrrrrrrrrriiiiiiiioooooo!!!! Oooh man wij konden NIET wachten!! Rio is een fantastische stad en voor ons ook een beetje speciaal, omdat daar in mei 2008 onze paden elkaar weer kruisten. A trip down memory lane, dus zijn we teruggegaan naar de Marriot om de beste sushi te eten en naar ZaZa´s bistro en sliepen we in hetzelfde hostel Harmonia. Daarnaast zou Sil haar vriendin Rowena weer zien en ook Steph ging op bezoek bij Stevie en zijn familie. Met hun hebben we een avondje gevuld met Caiprivodka´s, pizza´s en sambales, heerlijk! Met Rowena zijn we als vanouds het nachtleven van Lapa ingedoken en Santa Teresa, het Monmartre van Rio, verkend. Een van de hoogtepunten was ons bezoek aan de gepacificeerde favela Dona Marta, waar we met uitzicht op de Sugar Loaf, een priveles yoga kregen. Zennnnnnn. Maar eigenlijk hetgeen waar we het meest van genoten was het feit dat we de stad al een beetje kenden, ons thuis voelden, wisten waar we wel en niet moesten zijn en zonder kaart rondlopen. We voelden ons een beetje Carioca´s, zegmaar. Dit gevoel werd bij Steph alleen maar sterker na een dagje Ipanema beach; zon, zee, strand, surfen, joggen, volley, groeiende economie, goede levensstandaard en prachtige vrouwen = heaven voor Steph :) Na 1 week vertrokken we met tegenzin uit Rio, het was veel te leuk en we zouden alle Carnavalsactie missen...niet leuk...we troostten onszelf met de gedachte dat we zeker nog veel vaker naar Rio terug zullen keren, onze Carnavalstijd komt nog wel!

Na de stad is het weer wat tijd voor natuur, Ilha Grande it is, een eiland 2 uur ten zuidwesten van Rio dat bekend staat om zijn vele stranden. Wij dachten goed voorbereid te zijn en stapten uit op het busstation, denkende dat de ferry naar het eiland daarnaast zou vertrekken....not dus! Bleek dat het 30 minuten lopen was en wij hadden nog precies 25 minuten om met al onze spullen...zo´n 25kg inmiddels...die kant op te lopen. We waren gelukkig niet de enige die ons vergist hadden en onder bezielende leiding van Steph en Linda hebben we net op tijd en volledig bezweet de ferry kunnen pakken. Ilha Grande kwam al snel in zicht...paradijselijk zag het er uit en was het ook. De eerste dag zijn we met Ollie en Linda naar een prachtig strandje gegaan, waar we uren gesnorkeld, gechilld en lekkere vis gegeten hebben. Perfect ontspannen en met de Ieren was het hilarisch! Ons hostel was heerlijk, met hangmatjes, DVD bibliotheek, heerlijk ontbijt en een gepassioneerde hosteleigenaar die ons 10 minuten na aankomst al een verborgen watervalletje en lekker local restaurantje had laten zien. Geniaal. Wij vertrouwden hem volledig en toen hij ons de volgende dag adviseerde om in plaats van naar het strand Lopez Mendez naar Dios Rios te gaan, 3 uur lopen, verborgen parel, als je terug moet komen ga je huilen zo mooi is het strand daar. Dus wij gingen de volgende dag op pad, vroeg op om de hitte voor te zijn, water mee en vol verwachting... De trekking was langs een weg, altijd minder, en de weg bracht ons bij de voormalige plek van de gevangenis die nu aandeed als een spookstad, raar...en werd nog gekker toen er ineens een schreeuwende man uit een huis kwam rennen en op z´n fiets sprong...hmmm...nou ja, dachten wij, het gaat ons om het strand, dus nog even doorlopen. Je raadt het al, aangekomen bij het strand...enorme teleurstelling...echt Schoorl in de zomer is 10 keer zo mooi. Dus wij wilden daar ZSM wegwezen en onze hosteleigenaar had gezegd dat we voor 15 dollar terug zouden kunnen komen, dus wij op zoek naar een local, die ons vertelde dat het 60 dollar is en dan zit je pas op het volgende strand, waar je nog eens 15 dollar p.p. moet betalen om terug naar ons hostel te komen. Steph werd helemaal gek!! Lelijk strand, niks te doen en de keuze of een poot gelicht te worden of weer 3 uur teruglopen...we begrepen nu waarom de hosteleigenaar zei dat we zouden huilen bij terugkomst...uit pure ellende! Aangezien we op een strak budget zitten, liepen we terug, in het hostel kwamen we de eigenaar tegen, Steph wilde niet met hem praten en gunde hem geen blik waardig, zo boos was ´ie. Pas de volgende dag na de lunch was de lucht geklaard en kon er weer met de eigenaar gesproken worden.

De laatste stop in Brasil is Paraty, een kustplaats 2 uur rijden ten westen van Ilha Grande en deels UNESCO beschermt. We hadden maar 1 dag daar, dus besloten we een boottocht te maken om alle stranden en eilanden goed te kunnen zien. Op de boot was het 1 groot Nederlands feestje der herkenning. Manon en Bart, Amsterdammers werkend in televisieproductie en Anna en Richard die NL achter zich hadden gelaten voor 6 maanden reizen. We kliekten zoals we alle ´anderen´ beschuldigen van kliekgedrag...maar het was heerlijk, even thuiskomen, echt super gezellig en omdat we niet genoeg hadden aan de boottrip (die overigens prachtig was) zetten we onze oranjesessie gewoon door die avond met een etentje. Oranje boven!

Volgende dag vertrokken we richting Sao Paulo, 8 uur met de bus naar het internationale busstation, waar we 4 uur moesten wachten op onze bus naar Uruguay, die ons in 32 uur naar Punta del Este gaat brengen. De tijd vloog voorbij, we internetten wat, aten wat en speelden daarna domino. De Brazilianen vinden dit maar al te grappig, gringo´s aan het dominoen, er werden nog net geen foto´s gemaakt. Op naar Uruguay waar we het hele noordelijke gedeelte overslaan en direct naar Punta del Este reizen, een grotere stad met goede faciliteiten, zodat we zeker weten dat er een internetcafe is met Skype, zodat we Loes kunnen verrassen op haar 65ste (nee, dat zou je niet zeggen he :)) verjaardagsfeestje!!

Brasil, een gigantisch en mooi land, met een gigantisch potentieel, dat nu langzaam maar zeker een plek op de wereldmarkt aan het veroveren is. Onze harten heeft het al veroverd, wij houden van Brasil!

Monday, April 4, 2011

Week 10/11/12: Nieuw Zeeland - Hink, Stap, Sprong!

Een kleine toelichting is op z'n plaats. Voordat we aan onze reis begonnen wisten we al dat Zuid-Amerika het hoofddoel zou worden. De eerste weken in Azie waren lekker om in te komen, wennen aan het reisritme in een reisvriendelijke omgeving, de Hink. Daarna even bijkomen van het onderhandelen in de briljante natuur van Australie en Nieuw-Zeeland, de Stap. Om uiteindelijk perfect voorbereid aan onze ultieme reisbestemming Zuid-Amerika te beginnen, de Sprong.

Australie had eigenlijk net iets teveel van ons uithoudingsvermogen gevergd. De rit van Perth naar Melbourne was ons niet in de koude kleren gaan zitten en we zijn tamelijk vermoeid in NZ aangekomen. Reizigers mogen niet klagen, dit zijn luxeproblemen, we weten het, maar toch. Voor het begrip, want dit heeft onze keuzes in NZ mede bepaald.

Als je komt aanvliegen snap je meteen waarom Lord of the Rings in NZ is opgenomen. De natuur is overweldigend, de kleuren net iets feller dan je gewend bent en het licht maakt alles nog scherper. Queenstown was de eerste bestemming, onderin het Zuidereiland. Het stadje staat bekend om z'n extreme adventure mogelijkheden en dat is overal goed zichtbaar. Op elke straathoek kun je een bungeejump boeken en overal zie je shirts van mensen die net met zo'n 200 km/u uit een vliegtuig zijn gevallen. Voordat wij uberhaupt over iets dergelijks konden nadenken, moesten wij eerst een belangrijkere knoop doorhakken, busje of auto. Ondanks een zeer scherp aanbod van Wicked Van hebben we uiteindelijk voor het comfort van de auto en de hostels gekozen. Even geen campings meer voor deze twee luxepaarden. Blij met onze Nissan Tiida zijn we de tweede dag naar Glenorchy gereden, een "postcard perfect" plaatsje vlakbij de Milford Sounds, het berg- en fjordengebied onderin het Zuidereiland. Het weer kan hier ook in de zomer vrij snel omslaan, dus Steph heeft even de "Willy warmer" van possumbont geprobeerd. Tevens kon hij zich in "Merino-Mekka" uitleven en heeft hij voor de gure dagen een nieuw Icebreaker vest gekocht. Beetje boven budget, maar het gaat een leven lang mee, zeggen ze. Golfen kun je uitstekend in NZ en in de buurt van Queenstown, aan de voet van het bekende skigebied Remarkables, ligt een van de mooiste banen van het land, Jacks Point. Doordat Steph net een vest had gekocht zat de greenfee er niet meer in, maar hij heeft wel een paar hele mooie foto's kunnen nemen..

De volgende bestemming was Mount Cook, de hoogste berg op NZ. Dit was een rit van slechts drie uur, dus al veel beter dan we gewend waren van Australie. En ook meteen een duidelijke richting voor onze tijd in NZ, want door deze kant op te gaan hebben we bewust (en letterlijk) de Frans Jozef en Fox gletsjers links laten liggen. Hier naar toe gaan zou weer lange autoritten betekenen en de wetenschap dat we later in Patagonie ook de kans krijgen om gletsjers te zien maakte het een makkelijke keuze. Onderweg zijn we langs de eerste bungeelocatie van NZ gereden en ze weten hier wel hoe je iets dergelijks moet opzetten. Modern gebouw, state of the art equipment en pompende muziek naast karakteristieke, oude loopbrug over een ravijn/rivier zo'n 50 meter diep. Diep moest je ook in je portomonnee graven, dus een bakkie troost later zaten we weer in de auto. Mount Cook is indrukwekkend, mede door de ligging aan een azuurblauw meer. We hadden geluk dat het helder weer was, waardoor we prachtige foto's hebben kunnen nemen. De Maori naam voor de berg is Aoraki wat "cloud piercer" betekent, dus de weersomstandigheden zijn er wel eens anders. Vanuit het hostel in Mount Cook village hebben we die middag een mooie hike bergop gemaakt. Sil in haar karakteristieke zig-zag stijl (silly-saggy) en Steph immer-gerade-aus om de conditie een beetje op peil te houden. Weer terug beneden wilde Sil zo snel mogelijk naar de bar en Steph nog een rondje om de berg (Governors Bush walk, beschermd stuk bos op de berg). Later bij de borrel bleek dat we onafhankelijk gelijktijdig dezelfde gedachten over wonen in de stad hadden gehad. We laten jullie nog wel weten hoe die waren :) 's Avonds hebben we de zalmmoot die we 's middags bij een zalmfarm hadden gekocht bereid en de rest van de hostelkeuken jaloers gemaakt. Daarna vroeg naar bed en oordoppen in, omdat we in een dorm met vier anderen sliepen, waaronder een snurkende Aziaat. Steph is die nacht overigens nog wakker geworden op de badkamervloer en waarschijnlijk flauwgevallen door een combinatie van te snel opstaan in het pikkedonker en oordoppen die zijn evenwichtsorgaan beinvloeden. Of zoiets..

De volgende dag zijn we naar Lake Tekapo, dat in de buurt van Mount Cook ligt, gereden. Wederom een mooie rit en onderweg nog een paar Merino schapen tegengekomen. In het hostel, een houten lodge aan het meer, hadden we onze eigen cabin en weer wat meer comfort. De sfeer was erg relaxed en we hebben een paar mooie gesprekken met andere reizigers gehad. Sil was met een gezellige Spaanse in gesprek geraakt waar het mee klikte en het was leuk om naast de standaard reisonderwerpen ook over persoonlijkere dingen te praten. De trekking die we de volgende ochtend gemaakt hebben ging langs het meer heuvel op, uiteindelijk richting astronomisch observatiecentrum Mount John, dat bekend is door de locatie waar de heldere omstandigheden ideaal zijn voor dit soort activiteiten. Redelijk uitgeput van deze toch zijn we 's middags naar de enigszins tegenvallende alpine springs, natuurlijk zwembaden, gegaan. Het was goed warm water in plastic zwembaden en daar is alles wel mee gezegd.

Na Lake Tekapo en de bergen zijn we naar de Banks Peninsula gereden dat op een oude vulkaan ligt. De eerste nacht sliepen we in Double Dutch, een hostel gerund door een Nederlands stel dat zo'n twintig jaar geleden in NZ is blijven plakken. Het dorpje, Okains Bay, ligt achterin verscholen op het schiereiland en dat maakte het hostel erg relaxed. Het was van alle gemakken voorzien en uiteraard waren we niet de enige Nederlanders die daar verbleven. Met twee Groningers die tijdens deze vakantie op NZ waren getrouwd en hun zoontje hebben we gegeten en de hele avond ouderwets hollands gepraat. Suf geluld zijn we daarna in een heerlijk bed gedoken met uitzicht op de tuin en schapen. Een paar tellen later zijn we helemaal uitgeslapen naar het volgende dorpje, Akaroa, gereden. Ooit zijn hier de Fransen als eerste aan wal gekomen en het had niet veel gescheeld of het was ´pas mal` in plaats van ´not bad` geworden. Aangezien het Hollands weer was zijn we lekker naar de film gegaan, (Farewell met bekende Servische acteur Emir Kusturica). Het glas wijn dat we daarna in een restaurant wilden gaan drinken (zonder eten, want dat was te duur) werd niet echt gewaardeerd, maar mede door een hostelgenoot die daar wat geld bijverdiende konden we toch blijven zitten. Het showbootje aan het plafond met de naam Passing Wind deed ons afvragen of ze de Franse Passaat bedoelden of het Engelse to cut the cheese.. Het Franse hosteltje leek op internet gezelliger dan het in werkelijkheid was, dus na het eten zijn we vroeg onder de wol gekropen.

Na de beste koffie van NZ in Lyttelton zijn we doorgereden naar Christchurch, vrij recentelijk nog getroffen door een aardbeving. In NZ moet je in principe altijd rekening houden met dit heftige natuurverschijnsel, maar als je ziet wat voor schade het kan aanrichten kun je je voorstellen dat je er eigenlijk nooit echt op voorbereid bent. We sliepen die avond in een oude gevangenis wat voor Sil haar eerste avond en voor Steph zijn tweede in de cel betekende. Was vrij comfortabel overigens. Doordat wij de rechterkant van het Zuidereiland namen kwamen we weer langs een thermische pool die er wederom beter uitzag op internet dan in het echt. Het was eigenlijk een grote Wilgenhoek (bekend zwembad uit Purmerend) met heel heet water en heel veel mensen. Op de vraag wat dit water met je doet konden de medewerkers geen antwoord geven, dus na een rondje door alle baden zijn we het terras opgedoken. Steph heeft 's avonds pannenkoeken gebakken (een poging gedaan met alle pannen die er te vinden waren). De volgende dag vroeg op om naar Kaikoura te rijden, zodat Steph met de dolfijnenboot mee kon. Hij stond op de wachtlijst en moest afwachten of er reserveringen niet kwamen opdagen. We waren ruim op tijd, maar dat mocht helaas niet baten. Ondanks de teleurstelling was de wandeling later langs de kust en de zeeleeuwen erg mooi. En 's middags konden we deze wegdrinken in het wereldberoemde Marlborough wijngebied. We hebben uiteindelijk gekozen voor het wijnestate Georges Michel (geen familie van) en na de proeverij een fles wijn en twee platters (pate en vis) besteld. Het betere genieten! De topnacht (filmpje en uitstekend geslapen) in Blenheim betekende helaas het einde van ons Zuidereiland avontuur, want de ferry naar Wellington vertrok de volgende dag. Dit is een briljante tocht door de Marlborough Sounds en een aanrader voor iedereen die naar NZ gaat!

Windy Wellington deed z'n naam eer aan en buiten zitten in de hoofdstad van NZ is een uitdaging. We moesten even zoeken naar een plekkie dat lekker voelde en in de haven hadden we dat gevonden. Eerst zagen we een paar pijlstaartroggen op een trailerhelling liggen rusten, daarna heeft Steph een paar halen op een ergometer van de lokale roeivereniging kunnen maken en uiteindelijk zaten we met onze glazen stevig in de handen op een mooi terras aan het water. Een dag bleek uiteindelijk meer dan genoeg hier, dus we waren blij dat we een dag later in de auto richting Lake Taupo zaten. Het was de bedoeling om daar een van de mooiste eendagstrekkings, de Tongariro, te doen. Helaas trok er dat moment een typhoon over het land, waardoor alle buitenactiviteiten werden afgelast en we hadden niet de flexibiliteit om te wachten op beter weer. Als vervanging zijn we onze yogaspieren weer gaan gebruiken (kostte Steph wat moeite, want die wilde in eigenlijk naar the Australian Open gaan kijken..) en naar de geniale flop The Tourist geweest (Ricky Gervais bij Golden Globes: It seemed like everything this year was three-dimensional. Except the characters in The Tourist.).

Rotorua was de volgende stop, omdat we daar een Maori performance wilden zien. Wentink Events zou z'n vingers erbij aflikken en het had ons niets verbaasd als Chantal Janzen en Stanley Burleson ook een rolletje hadden gehad. We hebben toen maar een flesje wijn gekocht en zijn dit in het park op gaan drinken. Steph had inmiddels in de Lonely Planet gelezen dat je ook in Mount Maunganui dolfijnen kunt zien en dit lag redelijk op onze route. Ondanks de onvolledige voorbereiding van Steph kwamen we toch op tijd bij de boot en de tocht was briljant. De hele ochtend lag de boot tussen de dolfijnen en een paar keer kon je met behulp van een constructie aan de boot in het water liggen. Ondanks dat de dolfijnen niet echt in de buurt kwamen was het een mooie ervaring. Sil heeft die ochtend lekker kunnen shoppen en in haar nieuwe aanwinst kwam ze Steph ophalen. Na twee uurtjes rijden kwamen we aan in Tairua waar we nieuwsgierig naar onze slaapplek voor die nacht gingen. Aangezien het nogal goedkoop was waren de verwachtingen niet al te hooggespannen, maar het bleek alles mee te vallen. Sterker nog, het was een van de beste plekken waar we verbleven op NZ. We hadden ons eigen huisje aan de oever van de rivier die elke getijdewisseling vol of leeg liep met zeewater. Onze overburen hadden een nogal uit de kluiten gewassen zoon van twee die alles wilde slopen wat in zijn zicht kwam, was wel een vermakelijk gezicht. De moeder uit Georgie wilde het liefst naar huis, in Europa welteverstaan.. De volgende dag zijn we einde ochtend naar de hotwater beach gereden, rekening houden met laag tij. Dat is het moment dat je op het strand als een Duitser kuilen kunt gaan graven die dan vollopen met heet grondwater. Net als in Zandvoort waren we niet de enigen en uiteindelijk lagen we met een Gronings stelletje in onze warme kuil. De omgeving was overigens weer briljant, zie foto´s.

Gaargekookt en na een tosti zijn we de auto ingestapt om naar de andere kant van het Noordereiland te rijden, richting Raglan. Dit plaatsje staat bekend om zijn uitstekende surfstranden en jaren geleden is hier de cultfilm ´Endless Summer` opgenomen. Het hostel waar we zaten, Raglan Backpackers, was gebouwd om een binnenplaats waar een jacuzzi stond, je in hangmatten kon relaxen of de BBQ gebruiken. Prima sfeertje in een heel ontspannen stadje. Enige minpuntje was dat er de dagen dat wij er waren geen golven waren, dus zijn we andere dingen gaan doen. We hebben een nieuw spel geleerd waarvan we durven te beweren dat het verslavend is. Steph is weer een beetje gaan hardlopen. We hebben een filmpje gekeken. Lekker ontspannen dus. Na Raglan ging de laatste etappe naar Auckland, de eerste stad die op een stad leek, waar we Brooke, een oud reismaatje van Sil, ontmoet hebben en een zeer gezellige avond in een Italiaans restaurant hebben gehad.

Na drie weken the Kiwi way waren we onder de indruk van de natuur, niet zo onder de indruk van de meeste dorpjes en steden en klaar voor Zuid-Amerika, De Sprong!