Friday, March 30, 2012

Manizales, Medellin & Bogota

Onze laatste stop in de koffie driehoek is in de meest noordelijke stad, Manizales. De bergachtige omgeving vind je ook terug in de stad zelf (deze ligt op een bergrug) en om van het busstation naar het centrum te komen neem je een kabellift (un cable aéro). Deze is naast praktische redenen gebouwd om de bereikbaarheid van het centrum voor de laaggelegen slechtere buurten te verbeteren en de leefbaarheid te vergroten. Ons hostel Base Camp ligt vlak naast de uitgang van de skilift en nadat we ons geïnstalleerd hebben gaan we het universiteitsstadje verkennen. Als we er buiten bij de Juan Valdez onder het genot van een perfect bakkie achter komen dat we onze ‘bijbel’ zijn vergeten, en er middels een telefoontje achter komen waar die ligt, hebben we de Lonely Planet binnen no-time opgehaald en beginnen we vroeg met eten, omdat we de volgende ochtend vroeg op pad gaan. Iedere backpacker heeft namelijk zo nu en dan een grote persoonlijke schoonmaakbeurt nodig en deze dag is het onze beurt. De bus en taxi brengen ons bij de poorten van Termales de Santa Rosa waar we een dagje lekker kunnen ontspannen in thermale baden en onder een prachtige waterval. Volledig geweekt stappen we aan het eind van de middag in een Chiva, een traditionele Colombiaanse bus, die ons weer terug brengt. Na twee nachten houden wij Manizales voor gezien en reizen verder naar voormalig ‘murder capital of the world’, Medellin!

In El Poblado, een betere buitenwijk van de stad, vinden we een perfect hostel, El Arupo, dat wordt gerund door een alleenstaande Colombiaanse moeder die haar kind de hele dag bij zich heeft. Dat is in Zuid-Amerika overigens normaal bij gebrek aan geld voor kinderopvang. Die kleine heeft de neiging om de hele boel bij elkaar te blèren, maar we leren haar wat beter kennen en het blijkt ook een leuk grietje te kunnen zijn. Is ook niet makkelijk als je moeder de hele dag bezig is en je weinig aandacht krijgt. De enige twee andere gasten op dat moment zijn twee oude mannen die de hele dag als oude wijven met elkaar ouwehoeren. Beetje Statler en Waldorf, maar dan minder chique. In de buurt stikt het van de hippe barretjes en Sil vindt een mooi tentje om haar CV bij te werken, omdat ze een mooie vacature bij Accenture voorbij zag komen. Ze wil ook niet mee op de Escobar-excursie de volgende dag, waar Steph daarentegen erg veel zin in heeft. De tocht voert langs het graf van Pablo, een schuilhuis, de plek waar hij is doodgeschoten en zijn levende broertje. Deze is door een bombrief van het Cali-kartel half blind en doof, maar desondanks erg charismatisch. Als voormalig boekhouder van ooit het grootste ‘bedrijf’ ter wereld, beweert hij van weinig echt af te weten en is voornamelijk bezig met het versieren van blond vrouwelijk schoon. Het meisje dat hij meeneemt in een verborgen gat in de muur kan er wel om lachen, haar vriend iets minder, want is behoorlijk geïmponeerd door deze kleine Escobar.

‘s Avonds doen we nog een rondje door de buurt en het valt op dat het hier goed gaat met de Colombianen. De meesten zien er goed uit en het niveau van de horeca is westers. Daardoor ook prijzig en aangezien we als gevolg van onze aankomende verjaardagen een beetje haast hebben gaan we snel verder naar Bogotá. We doen er een hele dag over om in de hoofdstad te komen, onderweg entertained door het verloop van de kwartfinale Copa America die Colombia van Paraquay verliest, maar het is lekker om eindelijk aan te komen, want de volgende dag is 17 juli.

30! Sil is jarig! Met een ontbijtje op bed en lang zal ze leven, wordt Sil lekker wakker in Alegria hostel. We hebben de zolderkamer van dit hostel in La Candaleria en genieten van het uitzicht op de stad. Sil is dolblij met de sieraden uit Salento, het vooruitzicht op haar duikbrevet en de filmpjes die haar dierbaren online hebben toegestuurd. We hebben geluk dat op zondag de Pastelería Francesa open is, zodat we ook nog koffie met gebak krijgen. Die avond zouden we gaan eten bij goed aangeschreven restaurant Tapas Macarena, maar ze zijn helaas dicht, dus dat stellen we een paar dagen uit. Na een wandeling door La Candaleria, waar wordt aangeraden om na het donker extra voorzichtig te zijn, vinden we op een plein vol studenten een mooi ander plekje, zodat we dag dag goed kunnen afsluiten. In de dagen die volgen bezoeken we het Museo del Oro, want goud was natuurlijk een belangrijk motief voor de initiële aanwezigheid van de Spanjaarden in Zuid-Amerika. Het prachtige Museo Botero, de Colombiaanse schilder die al zijn figuren; handen, sinaasappels, vrouwen, strijders van de FARC, enz, mollig afbeeldt. Eet Steph een typische arepa (maisbrood) con chorizo. We proberen nogmaals om bij Tapas Macarena te gaan eten, in een upscale wijkje net boven La Candaleria, en het is wederom dicht. Peter, de Nederlandse eigenaar, die gelukkig wel aanwezig is, wijst ons op het net geopende zusje aan de overkant en hij geeft aan dat hij later op de avond nog even aanschuift. Het wordt een gezellige avond, waarin Peter een paar mooie verhalen over het leven in het buitenland vertelt en ons aanraadt om hetzelfde te doen. De Europese tapas waren overigens ook wel weer erg lekker.

Dat was Bogotá, dachten we.. Op dat moment was het namelijk nog onduidelijk wanneer en van waar we terug naar Europa zouden vliegen. We zijn lang bezig geweest met de gedachte om ons Zuid-Amerikaanse verblijf te verlengen, of in ieder geval nog naar Midden-Amerika te gaan en vandaar terug te vliegen. Het is allemaal anders gelopen en een maandje later waren we weer terug in de hoofdstad van Colombia.

Maar eerst de rest van Colombia, te beginnen met pareltje Villa de Leyva.

No comments: